Categories: Blog

by admin

Share

Naar aanleiding van mijn vorige blog ontving ik een hoop reacties of het nou uiteindelijk nog gelukt is met de bosmaaier? Nou het is gelukt! Het duurde wel enkele dagen voordat ik de moed weer opgevat had, maar toen ging het zowaar in een keer goed. En het effect is enorm. De borders zijn helemaal strak en ik gifgroen. Lange tijd heb ik gedacht dat er hier in de buurt wel heel veel bijenvolken moesten zijn, aangezien ik overal imkers zag… Ik weet nu dat er speciale pakken zijn die je onder hét tuigje doet ter bescherming van gezicht en ledenmaten.

Tot nu toe zijn ‘Italiaanse toestanden’ ons vrijwel bespaard gebleven, maar onze timmerman Luigi maakt dat meer dan goed. Een jaar geleden presteerde hij het al om bijzonder lang te doen over het terugplaatsen van onze deuren in huis, waardoor wij wel eindelijk onze verhuiswagen konden laten komen, maar nog heel lang zonder deuren in huis leefden (wat op zich te doen was). Het had natuurlijk enig belletje bij ons moeten doen rinkelen, maar omdat hij zich enorm verontschuldigde en een ‘sconto’ beloofde bij de volgende bestelling, trapten wij er toch in. Zo kreeg hij de opdracht onze (bestaande!) deuren in de nieuw-te- bouwen serre te plaatsen. De verbouwing van de serre zelf ging dankzij onze aannemer van een leien dakje en was binnen de kortste keren deur-plaats-fertig. Let wel! e.e.a. onder instructie van Luigi, die ook de kozijnen maakten, waar de serre omheen gebouwd werd. Vervolgens presteerde Luigi om maandenlang de boel te stagneren en kwam hij meer dan 6 keer terug om alles opnieuw op te meten. Elke keer als hij appte, dachten wij nu komt hij de deuren plaatsen, maar nee, dat was dus om alles nog een keer op te meten. We werden er zowel wat moedeloos als lacherig van. Zo ook de aannemer die inmiddels op meerdere locaties last had van de vertragende meet-acties van Luigi. Wij hoorden ze al met termen als ‘Pinokkio‘ gooien. Maar afgelopen week krijgen we het verlossende bericht dat Luigi de serre komt dichtmaken. Het is uiteindelijk niet Luigi die arriveert (achteraf begrijpen we waarom), maar zijn broer en neef (overigens echt hele serieuze en deskundige mensen) en eenmaal sul posto constateren zij, je geloof het niet, dat de kozijnen te groot zijn voor de deuren. Vervolgens spreken ze de nu al historisch zin uit “wie heeft het opgemeten”? En wij: “Nou, ehh, Luigi”. Je ziet naar lucht happende bewegingen en vervolgens piept zijn broer, “maar wie heeft de kozijnen gemaakt”. “Nou”, zeggen wij, “ook Luigi”……. Het duurt enige tijd voordat dit nieuws is ingedaald, maar dan volgt er druk overleg in rap Italiaans. De oplossing die ze voorstellen is het plaatsen van bredere latten over de kozijnen, zodat de deuren toch passend gemaakt kunnen worden. Het verdient in meerdere opzichten geen schoonheidsprijs. Maar wat een geluk bij een ongeluk: volgend jaar wordt ons huis geïsoleerd en dan moeten deze enkelglas deuren vervangen worden door nieuwe. Jullie begrijpen alleen wel dat wij deze nieuwe deuren niet bij ‘Pinokkio‘ gaan bestellen. In-the-meantime genieten we van het mooie uitzicht, deuren of geen deuren!

Het gazon is strak gemaaid, de krekeltjes zijn terug van weggeweest en blijkbaar ook een van onze katten, want we horen een klagelijk gemiauw. Sander en ik kijken elkaar aan, het zal toch niet?, en vervolgens naar de rand van het zwembad en ja, daar zit – niet veel veranderd, wel iets magerder – een van onze katten! Hoe bijzonder is het dat ze ons, van meer dan 45 kilometer verderop, teruggevonden heeft! Ze heeft duidelijk honger, want ze blijft miauwen. We geven haar meteen te eten, wat ze in een oogwenk naar binnen weet te werken, maar het miauwen blijft. Dan realiseren we ons dat ze natuurlijk de andere kat zoekt. Hoe is dat eigenlijk mogelijk, want die andere kat was echt totaal niet vriendelijk tegen haar. Hoe vaak we haar niet moesten verdedigen als ze ook iets wilde eten, maar de andere kat dat niet toestand en dan gemeen bleef uithalen. Ik krijg er Přiklopil-achtige beelden bij. Dit is duidelijk een vorm van het Stockholm-syndroom. Aandoenlijk is het wel, dat ze zo blijft zoeken. De witte kat was natuurlijk jarenlang haar enige gezelschap. Het enige wat wij kunnen doen is zorgen dat zij ons accepteert als haar nieuwe gezelschap. En wat ons een jaar lang niet lukte, lukt ons nu op de een of andere miraculeuze wijze wel. Binnen een dag eet ze uit onze hand! Een paar dagen later kunnen we haar aaien en krijgen we zelfs kopjes! Hierdoor lukt het nu ook om haar te verzorgen en haar onder andere anti-vlo middel te geven. Inmiddels luistert ze naar de naam Mauw en heeft ze haar eigen mandje onder onze portico. En onze Dasti, die vindt het – nog steeds in afwachting van een tweede hond (er waren geen puppy’s, dus we moeten nog even geduld hebben) – wel zo gezellig. Eind goed, al goed!

 

Laat een reactie achter